Een whiplash is een letsel aan de nek en/of rug ten gevolge van een ongeval of andere plotselinge gebeurtenis waarbij het hoofd krachtig voor en achteruit bewogen wordt. De beweging is te vergelijken met de beweging van het uiteinde van een zweep (whip in het Engels).
Sommigen zien whiplash slechts als een samenvatting van een beschrijving van het typisch verloop van een mechanische beweging van de nek. Men denkt dan meestal uitsluitend aan mogelijke gevolgen voor de nek. Hierbij wordt meestal systematisch vergeten dat aan de nek een hoofd hangt en dit vergeten heeft zeer sterke gevolgen voor de theorievorming over de natuur van een aantal ‘postwhiplashverschijnselen’ die onder talrijke namen beschreven zijn zoals onder meer het postcommotioneel syndroom. Bij whiplash is er niet enkel een fors heen-en-weerbewegen van de nek maar uiteraard ook van het hoofd. Dierexperimenten hebben ten overvloede aangetoond dat whiplash (zonder dat het hoofd iets raakt of door iets geraakt wordt) hersenschade en hersendisfunctie kan veroorzaken. Deze hersenschade, die ontstaat door inertiaalkracht (acceleratie-, deceleratie) wordt diffuse axonale beschadiging genoemd, maar deze is niet permanent. Men kan dus whiplash ook zien als het mechanisch gebeuren en de eventueel daarop volgende schade aan de nek en aan het centrale zenuwstelsel.
Het vaakst loopt men een whiplash op bij kop-staartaanrijdingen met auto’s. Hierbij heeft de voorste wagen enkel kans op het letsel omwille van de mechanische beweging van de nek. Er kan hierbij een beschadiging aan zachte weefsels en structuren in de nek optreden, die aanleiding tot klachten geeft. Het grootste deel van de mensen herstelt op korte termijn.
De gevolgen van een whiplash zijn vaak voor de buitenstaander niet te zien en voor een arts dikwijls moeilijk of niet vast te stellen, terwijl de patiënt er kortere, langere tijd of permanent last van kan hebben.